07 december 2010

Uitspraak Raad van State voorlopige voorziening

De Raad van State heeft in haar uitspraak van 3 december de verzoeken tot een voorlopige voorziening verworpen. Het vonnis zegt dat er geen aanknopingspunten voor de verwachting zijn dat het bestreden besluit in zoverre in de bodemprocedure zal worden vernietigd.

Wanneer je het vonnis leest, dan is duidelijk dat de procedures tegen de komst van het hostel een alles of niets aanpak kennen. Het vonnis geeft de indruk dat daardoor de argumenten beoordeeld zijn op hun vermogen om de komst van een hostel te voorkomen. Deze aanpak is niet in het belang van de buurt wanneer het hostel er komt immers; er wordt geen ruimte tot een vergelijk geboden.

Kort en goed betekent dit dat het voor de gemeente en Kwintes nu mogelijk is om verder te gaan in het proces dat moet leiden tot een hostel in de Blekerstraat. 

In de bezwaren tegen het hostel wordt genoemd de waarschijnlijkheid dat de waarde van het onroerende goed in waarde zal afnemen. Hiertoe heeft de gemeente navraag gedaan bij gemeentes waar hostels zijn. In de beheersgroep is meegedeeld dat er statistisch geen aanwijzingen zijn voor een verband tussen de aanwezigheid van een hostel aan de ene kant en de prijs van omliggend onroerend goed aan de andere kant.

Het moment waarop de bodemprocedure zelf zal plaatsvinden is nog niet bekend

Geen opmerkingen:

Een reactie posten